logo

 

Groninger Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde

 

Leven na de dood van sterren:

Neutronensterren, witte dwergen en zwarte gaten

 

Lezing op 18 november 2016 door Ed van den Heuvel

Prof. Dr. E.P.J. van den Heuvel is emeritus hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam

Sterren hebben een eindige levensduur, omdat ze hun eigen materiaal als brandstof gebruiken om hun licht mee op te wekken. Sterren zoals de zon leven heel lang, ca 10 miljard (10 000 miljoen) jaar. Zwaardere sterren leven veel korter. Een ster die 8 maal zwaarder is dan de zon, leeft maar 20 miljoen jaar en een ster 25 maal zo zwaar als de zon, slechts 5 miljoen jaar.

Na hun dood blijft er nog een object over dat nog veel activiteit kan vertonen. Lichte sterren, tot 8 maal de massa van de zon, overlijden rustig en laten een "witte dwerg" achter, een zwak lichtend object dat afkoelt en langzaam onzichtbaar wordt. Sterren zwaarder dan 8 maal de zon eindigen hun leven met een explosie en laten een neutronenster of een zwart gat achter.  Deze objecten zijn in alle opzichten extreem. Een neutronenster heeft 400.000 maal de massa van de Aarde maar is niet groter dan Amsterdam (20 km). Een neutronenster is in feite één grote atoomkern, bijeen gehouden door de zwaartekracht. Sterren zwaarder dan 25 maal de zon laten naar alle waarschijnlijkheid een zwart gat achter: sterren waaruit zelfs geen licht meer kan ontsnappen.

We kennen thans duizenden neutronensterren en tientallen zwarte gaten in ons Melkwegstelsel en in de lezing wordt uitgelegd hoe men deze heeft ontdekt.